Wat is het doel?
Het doel is het aantrekkelijker maken om meer uren te werken voor wie dat wil en kan. In deze tijden van krapte op de arbeidsmarkt is het extra belangrijk om meer uren werken te stimuleren. Dat helpt het lerarentekort te verminderen.
Bent u op zoek naar de subsidieregeling?
De subsidieregeling voor de pilot Meerurenmaatwerk is gepubliceerd in de Staatscourant en is te vinden via deze link. Heeft u interesse? De uitleg over de pilot meerurenmaatwerk staat hieronder het uitklapbare kopje ‘Meerurenmaatwerk’.’ Wilt u een aanvraag indienen? Dat kan hier Meerurenmaatwerk Subsidie. Om een subsidieaanvraag te doen helpen de volgende documenten:
- De handreiking (bijlage 1) van de subsidieregeling Meerurenmaatwerk. Dit is het stappenplan voor een schoolbestuur bij het aanvragen en uitvoeren van de subsidie.
- De handreiking (bijlage 2) over de (juridische) rechtvaardiging van Meerurenmaatkwerk.
- De gebruiksaanwijzing voor het rekenmodel (bijlage 3). Het rekenmodel gebruikt een schoolbestuur om uit te rekenen wat de kosten en de baten van meedoen aan de pilot zullen zijn.
- Meer veelgestelde vragen (bijlage 4).
Voor wie is het bedoeld?
De meerurenaanpak is bedoeld voor schoolbesturen die (verder) aan de slag willen gaan met het thema urenuitbreiding. Voor leraren, schoolleiders, schoolbesturen en andere geïnteresseerden geeft deze webpagina meer informatie en staan onderaan de antwoorden op veelgestelde vragen.
Wat is de meerurenaanpak?
De meerurenaanpak bestaat uit drie instrumenten. Die kunnen schoolbesturen zowel apart als gelijktijdig inzetten.
- De vraag om meer uren te werken is een vast onderdeel van personeelsgesprekken.
- Meerurenmaatwerk biedt leraren verschillende opties om meer uren te kunnen werken bijvoorbeeld een extra bedrag bovenop het salaris of snipperdagen.
- Er is een extra beloning voor leraren die zich aanbieden om in te vallen buiten hun reguliere rooster: de beschikbaarheidstoelage, een soort ‘piketdienst’.
Hieronder staat per instrument meer uitleg, een afweging van de kosten en baten en behulpzame tools om mee aan de slag te gaan. De inzichten en instrumenten zijn opgedaan met een kopgroep van elf schoolbesturen. De instrumenten zijn in ontwikkeling en worden daarom bij voortschrijdend inzicht aangevuld. Enkele ervaringen van deze schoolbesturen worden ook uitgelicht.
Wat is het?
Idealiter is er in elk personeelsgesprek tussen schoolleider en leraar aandacht voor het aantal werkuren. Dat betekent het bespreken van uitbreiding of een andere invulling van het aantal uren. Hiervoor wordt ook de term ‘het goede gesprek’ gebruikt. Schoolleider en leraar bespreken met elkaar de mogelijkheden van de leraar om meer uren te gaan werken en welke voorwaarden daarbij passend zijn om dit te realiseren. Sommige schoolleiders doen dit al, anderen nog niet, blijkt uit de praktijk.
Tips voor het gesprek
Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat er vaak meer mogelijk is dan de leraar en schoolleider vooraf hebben bedacht. Het is van belang dit gesprek zo open mogelijk in te gaan. Denk aan de volgende vragen:
- Wat kan motiveren om meer uren te werken?
- Hoe is de balans tussen werk en privé?
- Welke mogelijkheden zijn er binnen de school om meer uren werken mogelijk te maken of de huidige hoeveelheid te behouden?
De bestuurder kan de schoolleider helpeneen rol spelen door duidelijkheid te geven over de spelregels en ruimte van .
Hoe verhoudt dit instrument van personeelsgesprekken zich tot het meerurenmaatwerk?
Bij meerurenmaatwerk biedt de schoolleider de leraar een duidelijk kader. Het ‘goede gesprek’ tussen schoolleider en leraar is de basis die wordt aangevuld met transparante opties die mogelijk zijn per werktijdfactor. Het verschil zit hem dus in de duidelijkheid en de ruimte voor mogelijkheden.
Wat kan het opleveren?
Pilots van Stichting Het Potentieel Pakken in het onderwijs en andere publieke sectoren laten zien dat het voeren van het goede gesprek helpt met urenuitbreiding. Cijfers over de opbrengsten lopen uiteen van 0 tot 25% van de medewerkers die hun contract uitbreidden. In een pilot die Het Potentieel Pakken in de zorg heeft uitgevoerd is 9% van de medewerkers met wie het goede gesprek is gevoerd gemiddeld 4,7 uur meer gaan werken. Het instrument wordt nog nader onderzocht: In het Groeifondsproject van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Universiteit Utrecht wordt ‘het goede gesprek’ als 1 van de 7 interventies nader onderzocht. Daarin is ook aandacht voor de langere termijn effecten van dit instrument.
Wat kan ik doen?
Als schoolbestuurder:
Als u (verder) aan de slag wilt gaan met het goede gesprek staat hieronder een bundeling aan informatie. Daarnaast is er in de zorgsector een grote pilot geweest met uitkomsten die ook (deels) bruikbaar zijn in het onderwijs: Grotere contracten in de zorg.
Als schoolleider:
Er is informatie beschikbaar hoe u dit goede gesprek kan voeren en welke vragen u zou kunnen stellen in dit gesprek. Deze informatie is gemaakt door Het Potentieel Pakken voor de zorgsector in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport, het is ook bruikbaar voor het onderwijs. Zie hierbij het format dat gebruikt kan worden bij het voeren van het goede gesprek en een vraagplaat.
Verder is het belangrijk om rekening te houden dat er over het financiële effect van werken met een groter contract verschillende overtuigingen en beelden bestaan. Bijvoorbeeld dat wie meer gaat werken ook (veel) meer belasting zou gaan betalen. Veel van deze overtuigingen zijn gebaseerd op gevoel. Als schoolleider is het belangrijk om de juiste informatie te hebben en de leraar op de goede manier te kunnen informeren over wat meer uren werken voor hem of haar zou kunnen opleveren. Zie voor meer informatie over de financiële gevolgen van enkele voorbeeldsituaties de posters die onderaan de pagina bij ‘meer informatie’ staan. De belangrijkste tip is: laat een leraar de werkzorgberekenaar invullen, daar komt een op maat gemaakt antwoord uit.
Ervaringen
P&O medewerker schoolbestuur Zuid-Holland:
“Het gaat om het luisteren naar personeel zodat je weet wat ze nodig hebben. Het draait niet alleen om een bonus of om geld.”
“Na jarenlang het over het lerarentekort gehad te hebben wilden we kijken: wat kunnen we doen met de mensen die we hebben?”
Bovenschools directeur schoolbestuur Zuid-Holland:
“De bonus zit erin dat mensen gezien worden, en dat ze werk en privé kunnen combineren. Dan zijn ze ook bereid om veel voor de werkgever te doen.”
Schooldirecteur op po-school in Zuid-Holland:
“Werkdruk is een belangrijk thema. In de oude structuur zou je zeggen: iedereen moet om acht uur op school zijn en anders kun je niet werken. Maar een jonge moeder die haar eigen kind eerst naar school wil brengen, geven wij die ruimte. Daarna is ze beschikbaar voor de klas en dus inzetbaar. Dat zoeken we uit met individuele gesprekken en zo kan er ook naar ruimte gekeken worden voor scholing.”
Meer informatie: Beschikbaar materiaal
Hieronder staat het beschikbare materiaal om met het goede gesprek aan de slag te gaan. Sommige materiaal is gericht op de zorgsector, maar ook bruikbaar voor het onderwijs.
- Voor schoolleiders antwoorden op veelgestelde (geld)vragen over meer uren werken van leraren. Veelgestelde (geld)vragen leraren
- De WerkUrenBerekenaar. Deze maakt inzichtelijk wat de financiële gevolgen zijn van meer of minder uren werken, door naast het salaris ook toeslagen, premies en belastingen te berekenen.
- Welke kaders zijn er bij het mogelijk maken van meer uren werken. Zie voorbeeld kaders. In dit document vindt u een lijst van punten waar u aan kunt denken als u kaders stelt.
Wat is het?
Meerurenmaatwerk is het aanbieden van een vaste samenstelling van keuzeopties (bonussen) per hoogte van de werktijdfactor. De schoolleider biedt de leraar maatwerk om extra uren te kunnen werken. Het ‘goede gesprek’ tussen schoolleider en leraar vormt de basis, en dat wordt aangevuld doordat transparant en eenduidig is welke vormen van maatwerk mogelijk zijn afhankelijk van de werktijdfactor. Bijvoorbeeld:
- meer geld
- meer flexibiliteit in het rooster
- andere taken
- tegemoetkoming in de kinderopvang
- extra snipperdagen
Er zijn vele combinaties en varianten te bedenken voor het vormgeven van dit maatwerk. Dit meerurenmaatwerk met keuzeopties is nog in ontwikkeling. Om deze reden start OCW in 2025 een kleinschalige (vervolg)pilot die nader inzicht biedt in de werking van het meerurenmaatwerk. Schoolbesturen worden nadrukkelijk uitgenodigd om zich te melden bij OCW om mee te experimenteren.
Wat kan het opleveren?
Uit onderzoek van ResearchNed blijkt dat ruim een kwart van de ondervraagde deeltijd-leraren de komende vijf jaar (waarschijnlijk) meer wil werken. De kosten-batenanalyse (businesscase) laat zien dat als alle scholen in het po met lerarentekorten meerurenmaatwerk bieden met een bonus, dit circa 1.900 fte kan opleveren. Namelijk netto 9.500 leraren die één dag (0,2 fte) meer gaan werken. De verwachting is dat dit aantrekkelijker en eenvoudiger in te passen is bij urenuitbreiding op de eigen school dan bij een andere school.
Ook uit het onderzoek van ResearchNed, onder circa 11.000 leraren in het po, vo en mbo, blijkt dat circa 10 tot 40 procent van de parttime werkende leraren te verleiden is om een dag meer te werken met een extra ‘prikkel’. Verschillende (leeftijds)groepen hebben verschillende wensen. Van de parttime werkende leraren is:
- 11 tot 45% te verleiden met netto extra geld (150 tot 400 euro netto per maand);
- 33% te verleiden met flexibelere tijden/verlof;
- 27% te verleiden met andere taken en;
- 18% (van de ouders met jonge kinderen) te verleiden met gratis kinderopvang.
De vraag is hoe dit potentieel te bereiken is. Daarom werkt OCW toe naar kennis over wat bewezen effectief is met meerurenmaatwerk met keuzeopties, in de vorm van een pilot.
Wat kan ik doen?
Benieuwd wat meerurenmaatwerk voor uw schoolbestuur kan opleveren? Neem contact met ons op via meeruren@minocw.nl. We kunnen dan een bussinescase maken met de verwachte kosten en opbrengsten.
- Wilt u verder experimenteren met meerurenmaatwerk? Neem dan contact met ons op via meeruren@minocw.nl. OCW is op zoek naar schoolbesturen die deze stap willen zetten en het aanbieden van keuzeopties (verschillende vormen van een bonus) willen uitproberen. Het ministerie helpt besturen met het opzetten en implementeren van de aanpak.
Meer informatie: beschikbaar materiaal
Hieronder staat het beschikbare materiaal om met met meerurenmaatwerk en de subsidieaanvraag aan de slag te gaan:
- De handreiking (bijlage 1) van de subsidieregeling Meerurenmaatwerk. Dit is het stappenplan voor een schoolbestuur bij het aanvragen en uitvoeren van de subsidie.
- De handreiking (bijlage 2) over de (juridische) rechtvaardiging van Meerurenmaatkwerk.
- De gebruiksaanwijzing voor het rekenmodel (bijlage 3). Het rekenmodel gebruikt een schoolbestuur om uit te rekenen wat de kosten en de baten van meedoen aan de pilot zullen zijn.
- Wat levert meer uren werken een leraar financieel op (zonder bonus)? Bekijk deze posters zonder kinderen onder de 13, met kinderen tot en met 12 en met kinderen tot en met 12 en kinderopvang (bijlage 6).
- Meer veelgestelde vragen (bijlage 4).
Wat is het?
De beschikbaarheidstoelage is een geldbonus voor leraren wanneer zij beschikbaar zijn op een dag die zij niet regulier werken. Dat werkt als volgt. Een leraar geeft zich vooraf op als invaller voor een andere dan de eigen school. Wanneer op die dag een leraar door ziekte of een andere onvoorziene omstandigheid niet kan werken wordt de invaller opgeroepen.
Wat kan het opleveren?
De voordelen zijn een win-win: De beschikbaarheidstoelage verlicht de werkdruk van de schoolleider, omdat er een ‘shortlist’ is om te bellen. Het vermindert daarnaast de behoefte aan externe inhuur. Voor de leraar staat er iets extra’s tegenover om een dag beschikbaar te houden om in te vallen, en de leraar kan meemaken hoe het er op andere scholen aan toe gaat wat inspirerend kan werken. De schoolbesturen die al experimenteren met de beschikbaarheidstoelage zien dat leraren die meedoen met veel plezier op andere scholen werken.
De kosten beperken zich tot de geldbonus van zo’n 75 à 85 euro bruto voor een dag invallen (naast de reguliere loonkosten van de dag meer werken). De kosten zijn te maximaliseren door als voorwaarde te stellen dat een leraar zich tot een bepaald aantal keer per jaar mag opgeven. De beschikbaarheidstoelage kan ook bovenbestuurlijk opgepakt worden door een leraar te laten invallen op een andere school. Groot voordeel van deze toelage is dat hierbij al het geld naar eigen personeel gaat in plaats van naar externe inhuur.
Wat kan ik doen?
Bij interesse in de beschikbaarheidstoelage kan gebruik gemaakt worden van een inspiratie document voor de beschikbaarheidstoelage. Deze staat onder het kopje ‘meer informatie.
Bij vragen over een meer compleet overzicht van de kosten en de baten of over een regeling kunt u mailen naar meeruren@minocw.nl.
Ervaringen
Directeur invalteam schoolbestuur Zuid-Holland:
“De directeur meldt in een app dat een docent ziek is en ik kan dan iemand matchen voor die plek. Het onderwijs kan doorgaan; er staan leerkrachten voor de groep. Dat is echt hartstikke mooi. Ook medewerkers die zich beschikbaar hebben gesteld, maar niet worden ingezet, krijgen een toelage. Ook dan loont het.”
“Het grootste voordeel is de continuïteit van het onderwijs, maar ook de verbinding tussen de scholen is heel waardevol.”
Leraar po school Brabant:
“Ik vond het mooi en leerzaam om eens een keer binnen een andere ATO-school te mogen werken. Mooi om andere collega's te leren kennen en je netwerk te vergroten. Daarnaast ook super leerzaam: wat doen ze daar anders en wat kunnen we hier voor ons eigen kindcentrum van leren.”
Leraar po school Brabant:
“Op de invalscholen is het leuk om te zien welke verschillende oplossingen ze hebben voor allerlei praktische zaken bij het werken in de groep. Tot nu toe ben ik altijd hartelijk ontvangen en zijn de collega’s behulpzaam. Het geeft een gevoel van dat je nodig bent voor de leerlingen, voor de school.”
Meer informatie: Beschikbaar materiaal
Hieronder staat het beschikbare materiaal om met de meerurenaanpak aan de slag te gaan. Specifieke informatie over de drie instrumenten staat hierboven per instrument.
- Handout met uitleg over de opbrengsten van de aanpak: Behoud en vergroten werktijdfactor in het primair onderwijs (printversie)
In dit document staat in een notendop uitgelegd welke instrumenten er voor een meerurenaanpak zijn. - Wat levert meer uren werken een leraar financieel op?
Op deze posters zonder kinderen onder de 13, met kinderen tot en met 12 en met kinderen tot en met 12 en kinderopvang is overzichtelijk weergegeven wat leraren financieel overhouden aan meer uren werken. Daarnaast is in het document te zien waar de cijfers op zijn gebaseerd.
Q: Kan je met meerdere schoolbesturen (in de regio) samen een aanvraag voor subsidie doen?
A: Nee, maar samenwerking is wel mogelijk. De subsidie-aanvraag moet per schoolbestuur.
Je kan wel samen optrekken in hoe je het opzet en de aanvraag indient.
En besturen kunnen afspraken maken om niet te concurreren met elkaar. Bijvoorbeeld door af te spreken dat het meerurenmaatwerk alleen geldt voor medewerkers die niet recentelijk van een ander schoolbestuur komen.
Q: Kan een leraar zijn aanstelling terugschalen en vervolgens weer opschalen om zo toch een bonus te ontvangen?
A: Dit speelt alleen bij de variant waarin keuzeopties bij urenuitbreiding wordt aangeboden. Dit (economisch) gedrag is voorspelbaar. Daarom is het belangrijk om het te voorkomen met bijbehorende afspraken. Bijvoorbeeld door te verrekenen bij wie zijn contractomvang weer terugbrengt naar de oude omvang.
Q: Hoe zit het met het mogelijke negatieve effect van het wegvallen van het meerurenmaatwerk wanneer de pilot stopt?
A: Het is inherent aan een pilot dat deze ook weer stopt. We werken heel bewust met een kleinschalige en langdurige pilot, voorzien van begeleiding en monitoring. Voor de medewerkers op de deelnemende scholen is het belangrijk om dit op voorhand te weten. Belangrijke economische lessen van succes zijn dat de mogelijkheden tijdig, duidelijk en substantieel zij. Daarin is in de opzet rekening mee gehouden.
Een nameting is inbegrepen in meerurenmaatwerk om effecten na de pilot te onderzoeken.
Meer veelgestelde vragen schoolbesturen en schoolleiders
Q: Krijg je geen scheve gezichten, als mensen 4 of 5 dagen gaan werken mét bonus erbij, ten opzichte van mensen die dat al doen? (en dus geen bonus krijgen)
A: Deelnemende schoolbesturen kunnen kiezen uit twee vormen van meerurenmaatwerk om mee te experimenteren. In de ene variant ontvangen leraren een bonus die al 0,8 fte of meer werken, dus ook de huidige voltijders. In de andere variant gelden de opties alleen voor leraren die hun uren uitbreiden.
Beide varianten hebben voor- en nadelen en leveren voor het experiment waardevolle informatie op.
In beide varianten kan het ‘oneerlijk’ voelen. Het is daarbij belangrijk om dit goed uit te leggen. Want het is een (deel)oplossing tegen de tekorten, daarom proberen we dit instrument zorgvuldig uit, waarbij we de effecten goed onderzoeken. Met de pilot onderzoeken we wat er in de praktijk werkt, en de leraren in die praktijk dragen daardoor bij aan de collectieve kennis.
Q: Is de bonus niet oneerlijk tegenover leraren die niet in staat zijn om meer te werken?
A: Dit initiatief richt zich op de leraren die een duwtje in de rug kunnen gebruiken om meer uren te werken. Het moet aantrekkelijker worden voor wie dat wil en kan. Niet iedere leraar zal kunnen kiezen uit de opties bij het meerurenmaatwerk, dat kan oneerlijk voelen.
Hopelijk merken deze leraren die niet meer kunnen of willen werken wel de voordelen als de extra uren van collega’s het hele team helpt om het lerarentekort te beter op te vangen.
Q: Levert een dag meer werken netto meer geld op, vooral voor leraren die dan een dag extra kinderopvang moeten betalen?
A: Een dag meer werken levert voor de meeste leraren meer geld op. Netto is dat gemiddeld rond de 500 euro per maand voor de wekelijks extra gewerkte dag.
Ook voor veel leraren die kinderopvang moeten betalen loont een dag meer werken onder de streep. Uitzonderingen zijn er. Daarom is het belangrijk dat een leraar kijkt wat het concreet voor de gezinssituatie betekent, bijvoorbeeld door de WerkZorgBerekenaar in te vullen.
Q: Werkdruk onder leraren is hoog. Zorgt een dag uitbreiden niet voor een hogere werkdruk?
A: Werkdruk zit in veel verschillende dingen. Waaronder de combinatie tussen druk op werk en privé. Daarom is het belangrijk om in het gesprek tussen schoolleider en leraar stil te staan bij wat er kan, en wat er niet kan. Met het meerurenmaatwerk proberen we juist die werk-privébalans te verbeteren. Als je bijvoorbeeld een uur later kunt beginnen of eerder kunt stoppen, kan dat een leraar privé enorm helpen. Of als je op een schooldag vrij kunt nemen.
Bovendien: als leraren meer uren kunnen werken, kan dit ook de druk verlichten op andere leraren.
Uit onderzoek blijkt dat een hogere werktijdfactor niet een (evenredig) hogere werkdruk betekent (o.a. TNO 2024 en Oberon 2023), behalve bij kleine deeltijdcontracten. De ervaren werkdruk tussen leraren met een groot deeltijdcontract en met een voltijdcontract is ongeveer gelijk. Dit komt doordat factoren die werkdruk veroorzaken vaak niet evenredig stijgen wanneer een leraar meer gaat werken.
Meer veelgestelde vragen leraren
Q: Waarom komt er (weer) een tijdelijke subsidie in plaats van structureel geld om het lerarentekort te bestrijden?
A: Een (tijdelijke) subsidie is nodig omdat de daadwerkelijke kosten nog niet duidelijk zijn. Dat is onderdeel van de vraag van de pilot: hoe kan je leraren verleiden meer uren te werken, wat kost dat en wat levert het op?
Die informatie is belangrijk voor een eventuele opschaling van de mogelijkheden voor het meerurenmaatwerk.
Het is belangrijk dat de deelnemende scholen kunnen experimenteren. Zodat we weten wat er werkt, en wat niet. De investering van 15 miljoen betaalt zich dan uit met kennis voor alle scholen met tekorten.
Q: Is dit niet veel te weinig geld voor een probleem van deze omvang?
A: Dit is niet het enige geld dat de afgelopen jaren is geïnvesteerd in de aanpak van het lerarentekort.
Deze subsidieregeling omvat voldoende geld om met een kleinschalig (vervolg)pilot te experimenteren, zodat we meer te weten komen over het potentieel van meerurenmaatwerk. Deze zorgvuldige aanpak past in de lijn van de Onderwijsraad over ‘evidence based’ beleid. De Onderwijsraad heeft uiteengezet dat in het onderwijs de weg naar ‘bewijs’ vaak uiteenvalt in verschillende fasen, waarbij een grootschalig experiment het sluitstuk is. In de vorige fase met een kopgroep is meer informatie verkregen over de vormgeving en mogelijke werking van een voltijds- en meerurenbonus, namelijk in de vorm van meerurenmaatwerk. De pilot waar deze subsidieregeling aan bijdraagt is het vervolg hierop: het uitproberen van meerurenmaatwerk met keuzeopties.
Q: Hoe verhoudt de meerurenaanpak (MUM) van het kabinet bij OCW zich tot het Groeifonds Meer Uren Werkt (MUW!)? Waar kan je als bestuurder terecht?
A: Deze trajecten versterken elkaar. Er is nauw contact tussen deze twee trajecten om van elkaar en elkaars resultaten te leren. In het groeifonds traject worden verschillende afzonderlijk interventies getest (onder andere mantelzorg, combinatiebanen, het goede gesprek, roostering, en andere taken)en wetenschappelijk onderzocht door de Universiteit Utrecht. Deze worden toegepast in de sectoren zorg, onderwijs en kinderopvang vanwege de hoge tekorten. De interventies die wetenschappelijk bewezen effectief zijn gebleken, worden uitgebreid naar de hele arbeidsmarkt. De meerurenaanpak van OCW richt zich op het primair onderwijs, daarbij vormt het voeren van het goede gesprek tussen schoolleider en leraar de basis en wordt dit goede gesprek aangevuld met het aanbieden van maatwerkopties. Voor meer informatie over Meer Uren Werkt zie: Over subsidieregeling Meer uren werkt | Subsidieregeling Meer uren werkt | Uitvoering Van Beleid.
Meer veelgestelde vragen over het OCW-beleid